zondag 7 april 2013

Inventarisatie

Laatst moesten wij voor onze inboedel verzekering door het huis heen om onze bezittingen te schatten. Dus waren wij druk bezig het lijstje af te werken. En dan weet je weer zo'n beetje hoe "rijk" je bent. Gelukkig hoeven wij niet alles te benoemen, maar heel vroeger was dat wel anders. Als je bezittingen had en je overleed ,werd er door de notaris een heel document opgemaakt. Waar alles, en dan ook alles wat je bezat  op papier werd gezet.

Ik ben in het bezit van een aantal van deze "staat en de Inventaris". Weliswaar gewoon scans, maar interessant om te lezen. Deze is een lijst van 6 A4 bladen vol.
Die ga ik hierniet allemaal utgebreid neerpennen, maar een verkorte inhoud is misschien wel te doen.

Het is er eentje die opgemaakt is op de 14e junij 1727. Cornelia Gijsen van de Welberg, huisvrouw van Lauwereijs van Atten is overleden int Cruislant en hij versoeke ten overtstaan van de heeren oppervoogdet en weesmeesters op den stadhuijse  van Steenbergen, om de nagelaten goederen te inventariseren.

In de kamer stonden 2 kasten, wat koper en een koperen deurslag, tinnen borden,schotels en lepels, drij recke met alle gelije werk, een spiegel, mark kurf, strijkijser, schenkback, vier gelase en kapstock, Een bed, twee lakens, hooftpeule met een deken en kusse, grodijnen, labat en schouwkeet, een reijtoom,  5 paar slaaplakens, 5 paar slegters, drij stuck linde lak samen seventig ellen, tien tafeldoeken, een paar sloope, negen linde doekjens, en nog zes van deze,  gezamelijke waarden fl. 138-90-:.

Gelukkig mag Lauwereijs, nadat de kleren  en mitsgaders gout en silver van zijne huisvrouw verdeelt zijn bij haare kinderen, behouden de kleederen mitsgaders gout ende silver tot zijne lijve behorende.

We gaan de kleine kelder in en vinden daar: drij tonne vol goet drinkbier en een ledige ton, een bierstelling, koperen keteltje, en verdere rommeling.

In de grote kelder vinden we: een ocxhooft en een ton vol klijnbier, een lege ton, en een botertonnetje, een wastob en drij kleine tobbekes, een wasstoel, vijff kruijke en een bierstelling.

In de melkkelder vinden we: alle het goet so van tonne, melktijlen, room, melk etc.

Opt kelderkamertje staat een reijsaal, twee potte met vet en drij spinnewielen, seve stoelen.

In de keuken, vier stoelen, een kistje, en vleijsblock, een ijsere plaat, haardijser, ketting, blaaspijp, hangijser, schop, drij lampe en drij panne, een ijsere beugel, rooster, twee ijsers, tangen en schop, en een schilderij, een reck, karneborst en agtien gelije schotels, twee tinne potten, drij tinne puite, waterpot en kommeke, een spraaij, lantairn, drij hackmesse, drij ijsere spiede, handsaagje, beijltje, sneijmes en wat rommeling, een koperen ketel, een bet met een deken, twee lakens, drij kussens met sloope, een bet met twee laakens een deken, alle het speck, hammen, worsten en schoeren, en een  tafeltje.

Op de moos staan een karnemelkton, emmer met ijseren banden, en toebehoorte van karen, scherrebort ende tonneken, negen tinnen lepels, houte lepels en een hackmes, een kopere ketel, drij ijsere potten, drij emmers, aardewerk, houte back, bankje en tobbeke en eenige handdoeke, een trog, spaaijen, scheppen, vurken, beijle, hack, touw, ton, en een seefde.

Op de klijne solder staat vijf sack taruw, ses kop boekweijt, twee sack paardevoer, een meuke witte boontjes, een viertalmaat en twee meukens drij picke touwe, karsaat, wan, greele en voorts alle rommelig en een seeft, en vijftien kore sackke.

Op de grote solder vindt men een kist en vleijskuijp, vijf en dartig sack taruw, en vier sack bonen .

Int wagenhuijs staan een wage met sijn toebehoren, een houten eegt, en een eegt met ijsere tanden, een slee, swing en een drieswing, een seijs, quade ploeg, polderboom en voorts wat rommeling, hout en turf, en twee varkens.

Op de werf  staat een lamge wage, een slee, een ploeg, en nog een ploeg, mustert met eenig paarssel-en verder branthout, een aartkar, een sleijpsteen, de vruchten in den hof, ses melkbeesten, twee veersen en een kalf.

In de Schuer vinden we een melkkalf, een windmolen, een haverkist, alle vurken, rieken, gaffels, schep, dorsvlegels en twee leeren, een quairn en alle hooij.

In de paardestal staat een bruijne merrij, een drij jarige swarten ruijn, een voole en een bruine merrij.

En dan zijn er nog de Vrugten te velden , seven en twintig gemeten en tagentig roeden winter besaaij bestaande in saat taruw rogh en garts, sesteien gemeeten negenendartig roeden somerbesaaij bestaande in wicke boonen haver en boekwijt, nog wat weijden en braaklanden, hoenderen en eijntvogels.
Contante penningen in den sterfhuise bevonden.

Somma totalis bedragt het profijt des boedels eene somme van twee duijsent vierhondert twee en sestigh gulden en elf stuijvers   dus fl. 2462-11-:

Een opsomming van een boerenbedrijf, van Laurens (Lauwereijs)van Etten (van Atten) landman, begraven in Steenbergen op 4 december 1752, en in Steenbergen getrouwt op 8 februari 1711 met Cornelij (Cornelia) Gijsen van de Welberg. Meer kan ik van hen niet vinden tot nu toe, en ze behoren in onze genealogie via de Timmers familie.



Geen opmerkingen: