woensdag 17 september 2014

Stamreeks van Pieter Jans van Ruijven uit Naaldwijk

Onze familie van Ruijven komt van Naaldwijk via Monster beide in het Westland naar Rijswijk dat tussen Den Haag en Delft te vinden is.

kaartje Monster 1712






kaartje Naaldwijk 1712











Pieter Jans van Ruijven, geboren ca. 1615, hij is begraven te Naaldwijk op 28 januari 1679.
Onderstaande heb ik gevonden zodat ik ook een vrouw kan toevoegen bij Pieter, en wel Annetje Gleijnen, die dus rond 1663 overleden is.



W E E S K A M E R A C H I E F N A A L D W I J K
I N V E N T A R I S N U M M E R 7
B O E D E L P A P I E R E N E N R E K E N I N G E N
1 3–0 6–1 6 4 7 t / m 2 2-0 4-1 6 7 1
1 3 D E L E N


Nr.9 d.d.11-03-1663.
Inventaris gemaakt door Pieter Jansz.van Ruijven weduwnaar van Annetje Gleijnen,
van alle goederen door haar nagelaten.
Eerst een huis en erf in het dorp Naaldwijk in de Zuidbuurt, belend ten O: de weduwe van Arij Dircxz.
Beukel, ten Z: de weduwe van Claes Maertensz. Duijffhuijs met een tuin of boomgaard, ten W: Arij
Cornelisz. van der Meer en ten N: ‘ s- herenstraat.
Huisraad en meubelen.
Volgt een opsomming van de huisraad.
Lasten des boedels.
Op het huis is verzekerd f100 toekomende Neeltje Gerrits.
Aan Joris Crijnen van der Putten over geleend geld.
Aan Thonis Pouwels over landpacht.
Aan Arij Gillisz.de Bruijn.
Aan Abram Jorisz.Westerlee.
Aan de rentmeester Schoon over de huur van de landtienden.
Aan de heer Thuijningh over huur.
Aan Hendrik de Jong over de koop van vlees.
Aan Engeltje Jans over de koop van winkelwaren.
Aan Cornelis Coolen over vrachtgeld.
Aan Cornelis Arentsz.over brood.
Aldus gedaan door Pieter Jansz.van Ruijven op 11-03-1663.
Op heden zijn geaccordeerd Pieter Jansz.van Ruijven weduwnaar van Annetje Gleijnen,
ter ene zijde en Gleijn Pietersz. en Jan Pietersz. Van Ruijven voor hun zelf en als broeders en voogden van Maertje Pieters, Cornelis Pietersz. en Neeltje Pieters, te samen kinderen van Annetje Gleijnen, ter andere
zijde.
Gedaan op 11-03-1663.



Gleijn Pietersz. van Ruijven, geboren ca. 1640, hij is begraven te Naaldwijk op 23 maart 1679, hij huwde Trijntje Arends van den Meer, zij is begraven in Naaldwijk op 7 september 1698.

Jan Gleijne van Ruijven, geboren ca. 1670, hij overlijdt te Monster op 9 september 1744, Jan trouwt in Monster op 9 mei 1694 met Marijtje (Marie) Claesse van der Voort, geboren ca. 1675 als dochter van Claes Adriaensz. van der Voort en Petronella Hendricksdr. Noorderberg, Marijtje overlijd in Poeldijk in juni 1726, zij wordt begraven in Poeldijk op 24 juni 1726.





Glijn Jansz. van Ruijven, geboren ca. 1700, Glijn overlijd te Poeldijk op 5 maart 1774, hij trouwt in Monster op 19 januari 1721 met Maria (Marietje) Jacobs de Bruijn, geboren in 1705, als dochter van Jacob IJsbrandsz de Bruijn en Marijtje Hendrikse van Cleef, Marietje overlijd in Poeldijk op 19 november 1741.












Jacobus (Coos) Glijnsz van Ruijven, wordt gedoopt  in Monster-Ambacht op 19 februari 1722, hij overlijd op 24 april en wordt begraven op 30 april 1799 in Rijswijk, getrouwd wordt er voor het gerecht te Monster op 14 mei 1747 met Apolonia (Pleuntje) Cornelis van Dijk, geboren Monster-Ambacht ca. 1722, als dochter van Cornelis Cornelisse van Dijk en Maghteld Huijbrechtsdr. van der Salm, zij overlijd in Rijswijk op 3 juni en aldaar begraven op 10 juni 1806.

Cornelis (Cees) Jacobsz. van Ruijven, gedoopt in Monster op 15 juni 1735, hij overlijd op 27 januari en wordt begraven op 3 februari 1787 te Rijswijk, Cees trouwt in Rijswijk op 12 mei 1776 met Hilletje Claesdr. van der Ende, gedoopt in Vrijenban op 2 maart 1745, als dochter van Nicolaas van der Ende en Maria Ouwerkercke, Hilletje overlijd te Rijswijk op 22 augustus en aldaar begraven op 25 augustus 1809.


Nicolaas (Claes) Cornelisz. van Ruijven, gedoopt te Rijswijk op 8 mei 1778, hij overlijd in Wateringen op 29 januari 1870, Claes trouwt in Rijswijk op 4 november 1804 met Cornelia Gerritsdr. van Leeuwen, geboren in Rijswijk op 29 september 1775, als dochter van Gerrit van Leeuwen en Magdalena Jans van der Lubbe, Cornelia overlijd in Wateringen op 9 juli 1863.

Apolonia van Ruijven, geboren te Rijswijk op 20 december 1818, zij overlijd in Rijswijk op 26 februari 1854 en trouwt in Rijswijk op 7 mei 1846 met Jacobus van der Knaap.

dinsdag 16 september 2014

Nog wat ego ducumentjes

In hetzelfde mapje van mijn vorige blogje zaten ook nog de ego documenten van mijn andere helft. En dat is  dan eigenlijk ook een stukje waard , al was het maar om het verschil te zien in doop certificaat en het geboortekaartje.

Doopoorkonde , gedoopt 1 dag na zijn geboorte. De namen zijn Hendrikus Wilhelmus Maria. Hij is vernoemd naar zijn opa van vaders kant.

Schattige foto , hij kan nog steeds zo kijken. 




 










Het geboorte kaartje is van dun papier dus heel voorzichtig maar een scan gemaakt.

IK documentjes




Een dun mapje  gevonden in de archief kast, heel nieuwsgierig werd ik er van want er stond niets op dat mapje geschreven dus was de verrassing groot dat er een aantal IK documentjes uit rolde. Wist natuurlijk wel dat ik dit bezat, maar  in het begin was ik best slordig met het archiveren van mijn documenten. Dat resulteert dus soms weer in onverwachte vondsen.
Mijn doopbewijs, 2 jaar en 4 maanden was ik voor ik gereformeerd gedoopt werd,  geen idee waarom het zo lang heeft geduurd voor ik ten doop werd gehouden, op de zelfde dag werd ook mijn broertje Adri  gedoopt. Mijn doopnamen heb ik geërfd, allereerst van mijn eigen moeder want die heeft dezelfde doopnamen, maar vernoemd ben ik ook naar mijn overgrootmoeders van mijn moeders kant, allebei afkomstig van de Zuid-Hollandse eilanden uit het dorp Ridderkerk, Lijntje van Gemert 1850-1922 en Dirkje van den Berg 1868-1946.
En dan denk ik de eerste foto die van mij gemaakt is. Het is een standaard foto met baby op een kussen, met een prachtige babykrul in mijn haren!

Het aller leukste vind ik mijn geboorte kaartje, een beetje nostalgie in optima forma. Het kaartje is redelijk dik, met aan de voorkant de geijkte  ooievaar en aan de binnenkant een simpele tekst.

ROSIES een familie uit het Drentse Borger.




Rosies een naam die hoe uniek ook, nog best wat voeten in de aarde had voor mij. De naam vindt je in Gieten, in Emmen en in Borger. Mijn betovergrootmoeder Hinderkien is geboren in Borger en van haar heb ik haar voorouders op een rijtje gezet.


Borger is onder meer bekend door het grootste hunebed van Nederland, de D27. In de directe omgeving van Borger bevinden zich nog 2 andere hunebedden D28 en D29. In Borger, vlak bij het hunebed D27, is het nieuwe  Hunebedcentrum gelegen. Hier vindt men veel informatie over hunebedden in Nederland.




Grootste hunebed van Nederland in Borger
De aanwezigheid van meerdere hunebedden wijst op een vroege bewoning van de omgeving van Borger. Het huidige dorp Borger wordt pas voor het eerst genoemd in de Middeleeuwen. De kerk in Borger geldt als de tweede kerk in het dingspel  Oostermoer, gesticht vanuit de moederkerk in Anloo. Het kerspel Borger omvat dan de buurschappen Drouwen, dat dan nog groter is dan Borger, Ees, Westdorp,Buinen en Gasselte. Gasselte wordt later een eigen kerspel, maar deelt nog wel eeuwenlang de schulte met Borger. De keuze voor Borger als plaats voor een nieuwe kerk schijnt mede bepaald te zijn door de ligging van een aantal tafelgoederen van de  Utrechtse bisschop.



                                                                                                                                                                                                                                  Mijn stukje Rosies familie, eigenlijk alleen DTB gegevens want verder kan ik geen bijzondere dingen vinden:

Betovergrootmoeder Hinderkien Rosies wordt geboren in Borger op 30 januari 1826, als dochter van Geert Hindriks Rosies en Marchien Lamberts Tingen, , zij trouwt mijn betovergrootvader Gerhardus Geersema, hij is koopman, in Gasselte op 11 december 1858, Gerhardus werd geboren in Gasselte op 16 oktober 1823, als zoon van Mr. Christiaan Geerts Geersema en Lubbechien  Hendriks Oortwijn. Hinderkien overlijd te Drouwen (gem. Borger) op 14 augustus 1868, Gerhardus  overlijd in Borger op 4 juni 1870.

Haar vader Geert Hindriks Rosies, arbeider/landbouwer,  is geboren in Borger op 15 juni 1794, en vernoemd naar beide grootvaders,  als zoon van Egbert Hindriks Rosies en Jantien Geerts Brinks, hij overlijd te Borger op 12 mei 1853, zijn huwelijk vindt ook plaats in Borger op 10 juli 1823, hij trouwt dan met Marchien Lamberts Tingen, zij is geboren in Borger op 12 februari 1803 als dochter van Lambert Jacobs Tinge en Hindrikkien Jans/Hinderkien Jansen Tingen, Marchien overlijd in Groningen op 24 september 1856.

Geert Hindriks zijn vader is Egbert Hindriks Rosies, van beroep landbouwer, is geboren in Annen op 20 maart 1759, als jongste zoon van Hendrik Jacobs Rosies en Geesje (Geessien) Mens(en), hij overlijdt te Borger op 20 september 1819 en ook hij trouwt in Borger en wel op 30 mei 1790 met Jantien Geerts Brinks, geboren te Borger en gedoopt aldaar op 21 maart 1762, als dochter van Geert Hindriks Brinks en Wemeltien Egberts, Jantien overlijd in Borger op 15 augustus 1814.

Egbert Hindriks vader is Hendrik Jacobs Rosies, geboren te Bonnerveen ca. 1710 als zoon van Jacob Hendriks Rosies en Fennechien Hendriks, hij overlijd in Drouwen op 18 oktober 1782, de eerste keer trouwt hij met Hilligje Hindriks, zijn tweede huwelijk is in Gieten op 31 oktober 1750 met Geesje (geessien) Mens(en), van Annen, gedoopt Zuidlaren op 6 mei 1717, als dochter van Mens Jansz en Roelofje Roelofs Jobing, haar overlijden nog niet gevonden.

Hendrik Jacobs zijn vader is de laatste in de rij, Jacob Hendriks Rosies, geboren ca. 1687, hij trouwt twee  maal, de eerste keer met Hindrikje Aalberts, de tweede keer met Fennechien Hendriks.

maandag 15 september 2014

Die goede oude tijd





In september kwam de kolenboer
met tien mud kolen in een zak
hij kiepte dan heel stoer
die kolen in een bak.

`s Morgens kwam de melkboer klessen
met de vrouwen in de straat
er waren toen nog geen flessen
hij schepte het in een emmer met zijn litermaat.

Des ochtends moest je met verkleumde handen
houtjes hakken in de schuur
daar de kachel wel moest branden
want de winters waren guur.

Met `t Sinterklaasfeest
kreeg je een letter en een suikerbeest
op school kwam dan Sinterklaas
 je te vertellen hoe stout je was geweest.

Met Kerst dan werd de boom versiert
met Kerstkransjes en een enkele sliert
echte kaarsjes werden er in gedaan
die deed men dan `s avonds aan.

Men moest dan wel steeds opletten
dat die kaarsjes de boom
niet in de fik zouden zetten
dat alles was toen heel gewoon.

Achter in de tuin daar stond een houten kot
met een hartje in de deur
met op de plee een houten deksel
en buiten rook je het gemeur.

Zat je op die plank
met in `t midden dat gat
dan was het niet te harden van stank
vooral als je geen papiertje had.

Je moest dan heel hard roepen
om een stuk oude krant
zodat een ieder in het land
wist dat jij daar zat te poepen.

Na school hadden wij een leuke bezigheid
van de auto`s de nummers noteren
en de merken uit het hoofdje leren
van elke auto die daar rijd.

In bus of tram durfde je niet te gaan zitten
bang om niet te merken dat een vrouw
op je plaatsje zitten wou
die vroeg dan of je zat te pitten.

Voor de boodschappen was er een boekje
daar mee ging je naar de kruidenier
voor het zondagse koekje
en voor pa één flesje bier.

Honderd gram
heette toen gewoon een ons
en als men de maten nam
berekende men de ellen met een frons.

Knippen kon alleen
op de Woensdagmiddagen
alleen dan knipte hij ons blagen
en de andere dagen geen.

Dit was die goede oude tijd
waar van wij onze kinderen wel eens vertellen
als zij eens niet geheid
zitten te shatten of te bellen.


Geen idee waar ik dit gedichtje vandaan hebt, maar het geeft wel een stukje van mijn jeugd te horen!

zaterdag 13 september 2014

Een kort leven voor Cornelia

In een van de vorige sprokkels heb ik al een aan zetje gegeven over Cornelia. Haar herkomst blijft duister, omdat zowel haar vader als haar moeder niet bekend zijn. Zodoende hebben wij dus een witte vlek in de genealogie.

Cornelia wordt geboren waarschijnlijk te Amsterdam rond 1805. Commenij is een naam die nu niet zo gewoon is en dus ga ik op onderzoek en kom zo in contact met Anke Prein-van Commenee, die voor mij in de genealogie van Commenee , op zoek gaat naar onze Cornelia. En dan is dit het resultaat.

Extra gegevens ontvangen Anke Prein-van Commenee, via mail. : Het zou kunnen zij dat Cornelia Comenij het pasgeboren kind is dat op 29 maart 1801 op de Brouwersgracht in Amsterdam werd gevonden. Het kind werd opgenomen in het Aalmoezeniersweeshuis aldaar.

Dat moet ik dus nog steeds eens gaan nakijken in Amsterdam, dus kan nog bevestigen of dit onze Cornelia is. Wat ik wel weet is dat zij als dienstmeid door het leven ging.

Op 21 juli 1827 werd een dochtertje geboren,  te Amsterdam met de naam Aaltje Comenij,zonder dat er sprake is van een vader want die blijft onbekend. Aaltje trouwt 1851 in Veenendaal  met Pieter van Ginkel.
Ca. 1834 verblijft Cornelia in Ede (Gelderland) waar haar tweede dochter Cornelia Commenie wordt geboren ca. 1834 ,ook zonder een bekende vader,  zij overlijd  in Veenendaal  op 18 juni 1850, slecht ca. 16 jaren oud

Cornelia zelf overlijd ongehuwd te Ede; Gelders Veenendaal  op 13 september 1841 nalatend 2 dochters, en volgens haar overlijdens akte slechts 33 jaren oud , namen der ouders onbekend. Terug rekenend moet zij dan in 1808 geboren zijn. En is zij waarschijnlijk  niet dat weeskind uit Amsterdam wat werd opgenomen in het weeshuis.