Natuurlijk had ik als Schiedamse wel eens gehoord van deze schuiten. Maar bij mijn schoonfamilie hoorde ik er nog meer van toen ik na het overlijden van mijn schoonvader in 1999, een herinnerings fotoboek ging maken. De verhalen die ik toegezonden kreeg bevatte eigenlijk steeds wel een verwijzing naar de spoelingschuit. De meeste van mijn schoonzussen en zwagers waren wel met vader meegegaan als hij de spoeling ging vervoeren. Zo ook mijn eigen man die er wel eens iets over vertelde.
Dus ben ik in Schiedam maar eens op onderzoek gegaan naar dit fenomeen. Boekjes bekeken en gesprekken gevoerd met mijn schoonfamilie.
In Schiedam stonden en staan veel jenever fabrieken. Niet voor niets noemt men een Schiedammer een jeneverneus. Het stonk dan ook altijd vreselijk in deze stad. De fabrieken hadden een restproduct dat bij de bereiding van moutwijn en jenever ontstaat. Het is de vloeibare massa die na de eerste distillatie in de ketel achterblijft. Dat noemen ze SPOELING. De spoeling werd, vooral in de omgeving van Schiedam en Overschie , in het verleden vaak als veevoer voor onder andere varkens en koeien verkocht. Boeren die hun vee met spoeling voerden waren bekend als spoelingboeren. Hiervan waren er vele in dorpen rond Schiedam. De spoeling werd in speciale platte, gesloten schuiten geladen (een klein type platbodem) waarmee het bij de boer werd afgeleverd.

2 opmerkingen:
Weer wat geleerd
Zou de uitdrukking 'vele varkens maken de spoeling dun' ook uit die hoek kunnen komen? Bij Onze Taal denken ze wel in die richting maar net niet helemaal.
Succes met je blog!
Een reactie posten