donderdag 23 augustus 2012

Stamreeks VI Holierhoek 2

Stamreeks VI,   Holierhoek 2.

Deze stamreeks is een klein puzzeltje, omdat mijn schoonvader met zijn achternichtje is getrouwd. Zo komen wij aan kwartierverlies in de kwartierstaat. Ik ga proberen het duidelijk te maken.
We beginnen met  Hendricus (Hein)  Holierhoek,  getrouwd met Geertruida Gordijn. Te vinden in Stamreeks 1 Holierhoek , Zij kregen 8 kinderen.




De oudste zoon                                                     De vierde zoon,                            
Adrianus Holierhoek , boer                                   Leendert Holierhoek , boerenknecht                  
geboren  Maasland  04-05-1846,                          geboren Schipluiden 05-05-1855,
overleden Schipluiden  01-02-1917,                      overleden Rottedam 03-01-1922  
getrouwt Vrijenban 02-05-1877                             getrouwt in Rotterdam 19-05-1882
met  Hendrika Tetteroo ,                                        met Cornelia de Haan
geboren Berkel 17-02-1850,                                   geboren Schiebroek 04-10-1858 en
overleden in Delft 23-02-1930,                              overleden Rotterdam 29-01-1917
dochter van Cornelis Huijbertsz Tetteroo              dochter van Teunis de Haan
en Wilhelmina van der Brink.                                 en Willemijntje Verhage


Hun zoon,                                                                Hun dochter,
Hendrikus Wilhelmus Holierhoek,                          Geertruida Maria Johanna Holierhoek.
geboren Schipluiden 16-02-1878,                           geboren in Overschie 26-05-1894,  
overleden Den Hoorn (bij Delft) 11-07-1960,         overleden in Schiedam 26-05-1979, 
hij trouwt te Hof van Delft op 22-10-1902,             zij trouwt Delfshaven op 08-02-1922,    
met  Apolonia van der Valk,                                    met Cornelis Anthonius Timmers. 
geboren Naaldwijk 15-07-1877                               geboren Maasland 12-10-1893
en overleden Schipluiden 06-06-1945,                    en verleden Schiedam 14-10-1964, 
dochter van Simon van der Valk                              zoon van Michiel Timmers en 
en Cornelia Johanna van der Knaap.                       Barbara de Groot. 
Hun zoon Simon Jacobus (mijn schoonvader)       Hun dochter Maria Gertrudis Timmers ( mijn   
                                                                                          schoonmoeder)


Zo, het puzzeltje staat op papier en hopelijk maakt het duidelijk hoe de verhoudingen waren. En Stamreeks nummer VI Holierhoek 2 is hiermee ook af.
                                                                     

maandag 20 augustus 2012

Watermolenaar

Op 8 februari 1729 wordt de bemaling van de Plaspoelse watermolen aanbesteed. Er komen 7 inschrijvingen binnen en daarvan was Jan Ariensz. Gardijn er één van. Hij werd uitgekozen voor een maalloon van 20gld per jaar. Dat Jan watermolenaar wilde worden was niet zo raar want dit beroep werd in de familie meerdere keren uitgevoerd. Zijn grootvader Adriaen Lenerts Deucht/Gardijn/Ockenburch was al eerder in deze molen molenaar.

Jan Gordijn (Gardijn) geboren in 1700 te Rijswijk, als zoon van Arij Jans Gardijn en Grietie Pieters van der Marck, Jan trouwt te Pijnacker op 7 mei 1724 met Annetje Jans Braeck, die geboren werd in Pijnacker ca. 1700, als dochter van Jan Ariens Braeck en Neeltje Ariensdr. de Hoogh. In dit huwelijk worden 6 kinderen geboren.

Jan overlijd in Rijswijk op 11 oktober 1741, en wordt op de molen opgevolgd door Jan van Nierop en zijn vrouw Annetje moet dan met haar kinderen de molen verlaten. Zoon Jan die als oudste, maar nog maar 13 jaar oud, ondertekende de laatste rekening van het molengeld. Annetje liet een huisje bouwen op een stukje grond nabij de Plaspoelse molen. De grond is eigendom van Beltge Cornelis Perveen, de weduwe van Pieter van der Juist. Op 20 februari 1744 wordt haar door de kinderen van Belitge een stuk land opgedragen, groot 3 morgen 445 roeden, zodat zij een hypotheek kon nemen, vor een nieuw huisje.
Annetje verkocht allebei de stukken land met het huis erop in 1754 voor 2000gld aan de Gravin van Hoogendorp die al veel land in de omgeving van Sion had opgekocht en daar later ook mee doorging.

Annetje overlijd Rijswijk op 1 januari 1766.

De  verhalende aantekeningen heb ik overgenomen van Jan Gordijn uit zijn "Totaaloverzicht van Stamboom Gordijn en nakomelingen" op http://www.xs4all.nl/˜robhop/gordijn/compleet.html . Hij heeft tevens in juni 2003 een boek uitgegeven met de naam Stamboom Gordijn en nakomelingen van Stamoudvader Barent 1559 tot stamhouder Robin 1991 (zijn kleinzoon), 124 pagina´s met foto´s.

De familie Gardijn (Gordijn) komt via Geertruida Gordijn, die trouwt met Hendrikus (Hein) Holierhoek in onze genealogie
De Plaspoelse watermolen is niet meer, er bestaat zoals je hier ziet nog wel een foto van deze molen.
                                                          Plaspoelse molen

zondag 19 augustus 2012

Stamreeks V Streefkerk

Zoals ik al eerder aangaf stamt deze familie af van de Familie Both uit Streefkerk. Streefkerk is een Nederlands dorp in het noordwesten van de Alblasserwaard in de provincie Zuid Holland, grenzend aan de rivier de Lek.  De streek werd ook wel genoemd de Zuid Hollandse Eilanden.
De oorspronkelijke naam van het dorp is 'Streveland'. Toen het dorp groeide en men ging nadenken over het bouwen van een kerk, veranderde de naam spelenderwijs in 'Streefkerk' .
De start van deze familie ligt bij de Both familie, die als poorters te Dordrecht te boek staan. Dus zo is de eerste stamvader Gerard Moenensz. (ook wel genoemd Sijmonsz of Sijmensz)  Verder heb ik geen idee waar hij geboren is, ik denk alleen dat zijn vader Moens heet. Hij is getrouwd met een onbekende vrouw
Zijn zoon is Gerijt Geert (Gerard Gerardsz ) Moensz, geboren rond 1340 en overleed voor 20 december 1398. Ook deze man is getrouwd met een voor ons onbekende vrouw.
Zijn zoon is Zeger Gerardsz. die Both (Zeger die Both Gerijtsz.) vermeld (1391-1404) en overleed voor 1445. Ook hier is de naam van zijn vrouw niet bekend.
Zij zoon Floris die Both Zegersz. . Vermeld (1445-1457) Poorter te Dordrecht 1445-1446-1450, en overleden voor 12 maart 1499. En alweer een niet bij name bekende vrouw, maar hun zoon is:
Zeger Florisz. Geboren rond 1452 en overleden rond 1499 Zeger krijgt 4 kinderen bij een onbekende vrouw waaronder een zoon met de naam:
Walich Zegersz. die ca 1500 in Streefkerk geboren moet zijn. We vinden hem in de 10e penning Streefkerk van 1542. Hij krijgt 2 kinderen bij een onbekende vrouw.
Hun zoon Rochus Wallichsz. Gevonden in de 10 e penning Streefkerk van 1553-1557 en 1561, geboren 1540 in Streefkerk, overleden na 19 juni 1572 te Streefkerk, hij trouwt rond 1561 met Daemke en krijgt 3 kinderen.
Gevolgd door Pieter Roocken (Streefkerk), lidmaat Streefkerk 1610-1636=1644, geboren te streefkerk rond 1572, overleden ca. 1644, hij trouwt op 21 februari 1600 in Streefkerk met Sijtgen Bastiaens, geboren in Streefkerk ca. 1574, dochter van Bastiaan en Meijnsgen, overleed tussen 1636 en 1644. Zij krijgen 4 kinderen.
Een van hun zonen is Jan Pieterse (van) Streefkerk Bouman, ( hieruit volgt het geslacht Streefkerk en is Jan Pieterse  dus de stamvader van deze tak) geboren na december 1624 in Streefkerk, hij overleed tussen 1661 en 1672, voor 1655 is hij getrouwd in Streefkerk met Sijghgen Gijsberts (Gijsbrechts) (Mes)
Gedoopt in Streefkerk 10 december 1619, als dochter van Gijsbrecht Pietersen (diaken) en Maritge Cornelis, zij overleed vermoedelijk in Streefkerk. Ze krijgen 2 kinderen.
Jan Janse Streefkerk, Bouman, schepen Ridderkerk, heemraad en dijkgraaf, halve kapitalist, geboren in Streefkerk , aangifte van zijn overlijden wordt gedaan dor zijn zoon Pieter op 19 maart 1727, betaalde impost 6,-. Hij ondertrouwd te Ridderkerk op 23 februari 1681 en trouwt in Ridderkerk op 19 oktober 1681, met Niesje Pieters Gelttelder, geboren voor 1660 in Charlois , als dochter van Pieter Arijens Gelttelder en Adriaentje Dirckx van Stel, aangifte van haar overlijden wordt gedaan te Ridderkerk 17 januari 1723, impost 6,-.De 8 maanden ondertrouw is het gevolg van de trouwbelofte aan twee jongemannen door Niesje, waarvoor zij zich voor de kerkenraad heeft moeten verantwoorden. Zij krijgen 4 kinderen.
Hun zoon is Pieter Jansz. Streefkerk, gedoopt te Ridderkerk op 23 januari 1684, belijdenis gedaan op 29 maart 1714, aangifte van zijn overlijden wordt gedaan door zijn zoon Jan Streefkerk te Ridderkerk op 12 juni 1769, betaalde impost 6 gld. Hij trouwt in Ridderkerk op 4 mei 1738 met Lijntje Cornelis van Driel, gedoopt in Rijsoord op 29 april 1711, doopgetuige was Heijltie Teunnissen Vos. Zij is de dochter van Cornelis Pieters van Driel en Marijtje Pietersdr. Barendrecht, aangifte van haar overlijden wordt gedaan door haar zoon Cornelis Streefkerk in Ridderkerk op 21 oktober 1762 betaalde impost 6 gld. Samen krijgen zij 7 kinderen.
Cornelis Streefkerk, gedoopt in Ridderkerk op 20 maart 1740, doopgetuige Maaijke van Driel, overleden te Barendrecht op 8 januari 1827, hij trouwt in Rijsoord,Barendrecht op 25 november 1770 met Geertruij Philips Vermaat, gedoopt te Pernis  met als getuige Annetje Vermaat op 13 oktober 1743, als dochter van Philip Maartens Vermaat en Zantje Jansdr. de Jong, overleden te Rijsoord op 9 juli 1820. Samen krijgen zij 11 kinderen.
Hun zoon Philippus Streefkerk, arbeider, geboren Oost Barendrecht, gedoopt Ridderkerk op 18 juni 1775, overleden Ridderkerk 21 september 1846, hij trouwt de eerste keer in Ridderkerk op 7 april 1810 met Kaatje Smouters, geboren in Ridderkerk op 3 juni 1787 als dochter van Hendrik Leenders Smouters en Marigje van Vliet, zij is verdronken in de Waal bij Ridderkerk tussen 2 en 6 mei 1828, zij krijgen samen 7 kinderen. Philip trouwt de tweede keer in Kleine Lind op 1 mei 1831 met Adriaantje den Hoed, geboren in Ridderkerk in 1793.
Een zoon van Philip en Kaatje is: Hendrik Streefkerk, arbeider, winkelier, geboren in Ridderkerk op 2 mei 1817, hij overlijdt na zijn vrouw, na januari 1894, trouwen doet hij in Ridderkerk op 30 april 1841 met Cornelia Roodenburg, geboren te Barendrecht op 11 december 1815, als dochter van Cornelis Roodenburg en Adriaantje Soeteman, Zij overlijd in Ridderkekrk op 10 januari 1890. Samen krijgen zij 7 kinderen.
Hun zoon Jan Streefkerk, arbeider, geboren in Rijsoord op 28 september 1854, overleden in Ridderkerk op 1 augustus 1910, hij trouwt in Ridderkerk op 16 april 1874 met Lijntje van Gemert,  geboren in Strijen op 11 juli 1850, als dochter van Cornelis van Gemert (Gemerden) en Johanna Kroon, zij overlijdt te Ridderkerk op 10 mei 1922. Uit dit huwelijk 13 kinderen.
Hun zoon Adrianus Pieter Streefkerk, fijn-machinebankwerker, bij de Fa. Boel in Bolnes, bij Berkel Patent (weegschalen en snijmachines) en bij Koolhoven (vliegtuigfabriek), geboren te Ridderkerk op 14 juli 1892, hij overlijdt in Vlaardingen op 5 juni 1968, trouwen doet hij in Ridderkerk op 4 september 1914 met Pleuntje Tieleman, geboren in Ridderkerk op 8 oktober 1891, als dochter van Hendrik Andries Tieleman en Dirkje van den Berg, zij overlijdt in Vlaardingen op 10 oktober 1967. Samen krijgen zij 7 kinderen. Waaronder mijn moeder. mijn moeder heeft ook nog 4 broers die deze stamreeks aan kunnen vullen.

donderdag 16 augustus 2012

An immigrant's Story

Maria Adrianus Streefkerk geboren in Ridderkerk op 10 mei 1806 en gedoopt in Ridderkerk op de 18e, als dochter van Adrianus Pieter Streefkerk en Adriana Huigsdr. Bravenboer. Maria trouwt in Ridderkerk ( 21 jaar ) op 13 augustus 1827 met Arij Cornelisz. Kuijper, ( 17 jaar )beroep vlasboer, die geboren is in Charlois op 14 maart 1810 en gedoopt in Charlois op de 18e, met als doopgetuige Yvtje van Gelder, zoon van Cornelis Arijsz. Kuijper en Aagtje Govertse van Ameide. Samen kregen zij 16 kinderen tussen 1827 en 1846, waarvan ik er 15 heb gevonden, met namen: Cornelis, Adrianus, Adriana,Arie, Hugo, Jacob, Pieter, Jan, Maaijke, Aagje, Jan, Jannigje, Simon, Johannes, en Maria. 
Dit gezin vertrok naar Amerika en ik vond vandaag op het internet op Historic Pella Trust, spring 2012, volume 15 pagina 2 en 3 een verhaal over dit gezin, http://historicpellatrust.org/history/wp-content/uploads/Spring-2012.pdf  wat ik hier vertaald zal neer pennen. Het is een reisverslag van een goede vriend van Maria en Arij,  Jan Hospes die elke dag een stukje noteerde in zijn reisjournaal. En een stukje aanvulling van hun kleinzoon Arnoldus Kuyper.
 Arij en Maria Kuijper-Streefkerk
Op een koude nacht in 1849, begon de reis van Arie en Maria Kuijper met hun familie van 15 kinderen, een lange reis van Rotterdam, op de “Franziska” met veel andere Nederlandse familie’s. Op de 43e dag van de reis was een stormachtige dag   met hoge golven en de meeste passagiers waren vreselijk zeeziek. Op 11 mei waren de golven heel erg hoog en sloegen tegen het schip. Op 20 mei was er een Noord westelijke storm, met heel veel golven die tegen de boot beukte, het schip rolde heen en weer, alles op het schip rolde heen en weer, …..in twee appartementen van het schip werden gebeds diensten gehouden. Veel passagiers hebben last van depressie’s, er kan niet gekookt worden  en de storm werd alleen maar heftiger tijdens de nacht. De zeelieden zijn aan dek met messen in hun hand om de touwen als het nodig is door te snijden. Op maandag 21 mei zwakt de storm iets af maar er zijn nog steeds hoge golven. Dinsdag 22 mei, Sterke westenwind….sinds de 12e mei kon de kapper ons niet scheren vanwege de bewegingen van het schip. De wind blijft aanwakkeren en de mensen aan boord houden een gebedsdienst.  Dan eindelijk op 25  mei staat er: Lekker weer, maar koud….we zij geschoren….De Kapitein vertelde dat hij al 50 reizen naar Amerika heeft gemaakt, maar nog nooit zoveel stormen in deze tijd van het jaar te hebben gehad. Woensdag 13 juni 1849 zagen we land, en om 10.30 kwam de loods aan boord. Om 5 uur lagen we voor anker in de NewYork haven.  Juni de 14e de passagiers genieten van het mooie uitzicht op New York. We verblijven in Greenwichstreet 132, …. Soms zien we wel 500 karren getrokken door paarden in deze erg wijde straat … die bestraat is met cobblestones.  Zaterdag 16 juni verliet de familie New York City: “op 6 pm. gingen we aan boord van een boot richting Albany en we arriveerden in Albany om 6 am…. Arie en Maria reisden met hun gezin verder over het canal naar Buffalo, ze verlieten Albany op 2 juli en arriveerde in Buffalo op 11 juli. Op donderdag 12 juli ging de Kuijper familie aan boord van het stoomschip “Louisiana” op weg naar Chicago. Zij arriveerde in Chicago op 18 juli… Op 20 juli ging de familie aan boord van het stoomschip “Timoleon”op weg naar St. Louis, Ze ontschepen bij Oquawka op de Mississippi, tegenover  de rivier van Burlington, Iowa.  Op woensdag 25 juli gingen zij op weg naar Pella….. op 3 wagens die per wagen 20 dollar kostte en ook nog 6 shilling voor elke wagenbestuurder en het voer voor de paarden en passagiers…. Ze arriveren in Pella op 28 juli 1849. Arie en Maria Kuyper en hun kinderen  settelen zich in een boerderij dichtbij Pella.

Hun eerste kind , zoon Cornelis geboren 6 december 1827, trouwt in Charlois op 27 oktober 1848 met Adriana van Pelt, geboren Charlois 27 maart 1829, dochter van Dirk Leenderts van Pelt en Adriana Aalbertsdr. Barendregt.
Hun 2e kind, zoon Adrianus, geboren Charlois 30 oktober 1828, van beroep vlasser,  trouwt in Charlois op 29 september 1848 met Dina Koster , geboren 25 maart 1829, zij vestigen zich eerst in Pella, later in Sioux City en kregen 10 kinderen. Beiden overlijden  in Orange City, Sioux.IA USA.



Adrianus Kuijper

Hun 3e kind, dochter Adriana , geboren Charlois op 9 maart 1930 en in Charlois getrouwd op 15 maart 1849 met Bastiaan Molendijk, geboren ca, 1825 in Ridderkerk.
Hun 4e kind, zoon Arie, geboren in Charlois op 14 mei 1832, Hij trouwt Agnieta Willemse, geboren in 1837, dochter van Willem willemse en Neeltje Haalboom, zij was al eerder gertrouwt met Jan de Gooier, geboren 7 mei 1825 en overleden in Alton Sioux Iowa Usa op 25 augustus 1882, en Agnieta brengt 7 kinderen mee.
Hun 5e kind, zoon Hugo, geboren  Charlois op 5 augustus 1833 trouwt Jacoba Betten.




Hugo Kuijper


Hun 6e kind, zoon Jacob is geboren in Charlois op 13 augustus 1834.
Hun 7e kind, zoon Pieter, ging een korte tijd naar school, maar moest stoppen met zijn studie om de familie te helpen  geld te verdienen.  Pieter trouwt op 3 maart 1859 met Jannetje Doedyns.  Ze kregen 3 kinderen, Arnoldus 1863, Marie 1866 en Arie P. 1872. Arnoldus trouwt op 27 november 1890 met Marie Louise Neyenesch. Met een gift van zijn schoonvader van 3.000 dollar en een span paarden kreeg Arnoldus  de kans zijn positie te verbeteren, hij begon met  het rijden van een ei wagen die langs de boeren trok. In 1892 startte hij een houthandel onder de naam “Kuyper Lumber en Co”. Ze kregen 3 zoons, Peter, Louis en Julian en ze woonden op 614 E.3e Street, Pella. De houthandel bestond uit een kantoortje en een kleine houtschuur op Liberty and Broadway Streets. Arnoldus werkte hard en en werd door zijn eerlijkheid  en harde werken door iedereen  geliefd. Hij overleed op jonge leeftijd 47 jaar oud. En dat schokte de leefgemeenschap. Zijn zoon Peter heeft de houthandel doorgezet, maar ging later voor en eigen zaak, Rolscreen Company, nu bekend als Pella Windows Corporation.  De twee jongere zonen van Arnoldus, Lou en Bob(Julian) namen het management over. Zij beiden hadden de zelfde tomeloze energie als hun vader en broer Peter, dat het management van de houthandel karakteriseerde . Hun zaken motto was: “Spreek met Kuyper-de kwaliteit houd handelaar” De Kuyper houthandel sloot zijn deuren in de vroege 60er jaren met  de pensionering van Bob Kuyper.
Hun 8e kind is zoon Jan, geboren in Charlois op 9 november 1836.
Hun 9e kind, dochter Maaijke is geboren in Charlois 29 oktober 1837.
Hun 10e kind, dochter Aagje is geboren in Charlois op 4 februari 1839.
Hun 11e kind , zoon Jan is geboren in Charlois op 14 mei 1842.
Hun 12e kind, dochter Jannigje is geboren in Charlois op 17 november 1843.
Hun 13e kind,zoon Simon is geboren in Charlois op 16 oktober 1844.
Hun 14e kind, zoon Johannes is geboren in Charlois op 7 september 1845, hij trouwt met Gijsbertje Muilenburg en overlijd in Orange City op 8 april 1815.



Johannes Kuijper


Hun 15e kind, dochter Maria is geboren in Charlois op 12 november 1846.
Toch leuk om zo te weten te komen hoe het met familie in dat verre Amerika is gegaan.

gevonden een koopakte en wat voor één!



In het begin ben ik op zoek gegaan naar familie van moederskant.  Nu is de Streefkerk kant niet zo moeilijk bleek later. Er zijn legio stukken te vinden in de archieven vooral in Ridderkerk en omgeving.  Waar deze familie  woonde en werkte. Maar ja ,ook met deze familie moest ik van onder af beginnen.  Dus zat ik weer menige dagen in de archieven. Waar ik een verkoop akte vond en zomaar direct voorzien werd met een hele  lading Streefkerken.  Als beginneling nog nooit iets gekopieerd, dus wist ik ook niet hoe zo iets werkte. Er waren nog geen digitale fototoestellen, maar ik had mijn werkschrift mee en een pen , dus dat werd schrijven. Ik zet deze uitgebreide akte hieronder want wat is er niet leuker dan door deze akte te lezen een heel stuk familie tegen te komen.  Ga er maar even voor zitten!
De akte is een Verkoopakte, datum: 10 februari 1831, bij het Archief ONR Ridderkerk, inv. nr: 67, aktenummer 877 blz 3, bij notaris Jacobus Johannes de Reus.  Inhoud:
Op verzoek van:
-(1) Jan Groeneboom, bouwman te West Barendrecht, als gemachtigde van Willem van der Duijn, arbeider, getrouwd met Marietje Hoek; als gemachtigde van Geertruij Touw, meerderjarige  en ongehuwde dienstmeid te Zuidland; als gemachtigde van Willem van der Duijn als voogd over de minderjarige Jacob Touw.
-(2) Pieter Cornelis Streefkerk, bouwman te Strevelshoek, als gemachtigde van Arie Hoek, bouwknecht te Charlois, als gemachtigde van Cornelis Touw, meerderjarige arbeider te Abbenbroek; Marietje Hoek, Geertuij Touw, Cornelis Touw en Jacob Touw zijn de enige kinderen van wijlen Centje Streefkerk, overleden te Biert, aan haar in 2 opvolgende huwelijken verwekt door mede wijlen Arie Hoek en Jacob Touw.
-(2) hiervoor genoemd voor zich en uit eigen hoofde van Philippus Streefkerk, arbeider, van Niesje Streefkerk weduwe van Leendert Groeneboom, bouwvrouw te West Barendrecht, van Huibregt Groeneboom, bouwman te Charlois getrouwd met Jannigje Groeneweg; van Mattheus de Zeeuw, vlasboer, als voogd over de minderjarige Adriaantje , Geertuij en Cornelia Groeneweg,  daartoe benoemd door hun vader Pieter Groeneweg in leven vlasboer te West-Barendrecht. De genoemde Jannigje Groeneweg, de voormelde minderjarigen en Cornelia Groeneweg zijn de eneige nakomelingen van wijlen Cornelia Streefkerk aan haar in huwelijk verwekt door Pieter Groeneweg.
-(2) hiervoor genoemd als gemachtigde van Wouter van de Berg, arbeider, getrouwd met Mijnsje Streefkerk beiden wonende te Heenvliet.
-(1) hiervoor genoemd als gemachtigde van Jan Snel, arbeider, getrouwd met Geertruij van Ekelenburg.
-(2) hiervoor genoemd als voogd over de minderjarige Martinus Cornelis en Maria van Ekelenburg. Gemelde Geertrui j van Ekelenburg  en de minderjarigen zijn de enige nakomelingen van wijlen Maria Streefkerk aan haar in huwelijk verwekt door mede wijlen Ewout van Ekelenburg, beiden gewoond hebbende en oveleden te Goudswaard.
De hiervoor genoemde kinderen van wijlen Centje, Pieter Cornelisz,Phillippus, Niesje, de kinderen van wijlen Cornelia, Mijnsje en de kinderen van wijlen Maria (alsmede Jan Streefkerk die bij de laatste wil van wijlen Pieter Pieterszoon uit zijn nalatenschap is uitgesloten) zijn de enige kinderen en nakomelingen van Cornelis Streefkerk, gewoond hebbende en overleden te Barendrecht. Hij was een broer van voornoemde Pieter Pietersz.Streefkerk.
-Pieter Streefkerk , arbeider te West Barendrecht, di9e de eneige nakomeling is van wijlen Arie Streefkerk, gewoond hebbende en overleden te Barendrecht, die eveneens een broer was van Pieter Pietersz.
-Pieter Streefkerk, melkboer te Rijsoord.
-Arij Nugteren, winkelier, getrouwd met Lijntje Streefkerk, en als gemachtigde van Cornelia Streefkerk, weduwe van Simon ‘tZelfde, uitoefenende de melkerij te Ridderkerk en tevens als moeder en wettige voogd over haar minderjarige  kinderen met namen; Adrianus, Adriana Frans en Sijntje Willempje van ‘tZelfde; tevens gemachtigde van Arie Cornelisz. Kuiper, vlasboer getrouwd met Maria Streefkerk.
Genoemde Pieter, Jannigje, Leentje,Cornelia,en Maria Streefkerk zijn de enige kinderen en nakomelingen van wijlen Adriaan Streefkerk gewoond hebbende en overleden te Ridderkerk, hij was een broer van voornoemde Pieter Pieterszoon Streefkerk.
Alle voorgenoemde personen zijn de erfgenamen van laatstgenoemde in leven schoen-en tuigmaker gewoond hebbende en op 25 april 1830 te Ridderkerk overleden.
Tevens nog op verzoek van Jan Leenheer, vlasboer te West-Barendrecht, getrouwd met Hendrijntje Lievaart, zonder beroep. Hendrijntje is de enige nakomeling van wijlen Maria Gouw, gewoond hebbende en overleden te Ridderkerk, die een zuster was van onderstaande verleden Cornelia Gouw (gewoond hebbende en op 24 augustus 1814 overleden te Ridderkerk) in leven  huisvrouw van Pieter Pietersz. Streefkerk aan haar in huwelijk verwekt door Jacob Lievaart, zonder beroep te West-Barendrecht.
In tegenwoordigheid van:
1.       Pieter Cornelis Streefkerk voornoemd als gemachtigde van Dirk Touw, bouwman te Rockanje als toeziend voogd over de minderjarige zoon van wijlen Centje Streefkerk.
2.       Pieter Hendrikszoon de Raadt, bouwman te Oost-Barendrecht als toeziend voogd over de bovengenoemde minderjarige kinderen van wijlen Cornelia Streefkerk, met name Adriaantje, Geertruij en Cornelia Groeneweg.
3.       Cornelis van Ekelenburg, timmerman te Oud Beijerland, als toeziend voogd over bovengenoemde minderjarige kinderen van wijlen Maria streefkerk, met namen Martinus, Cornelis en Maria van Ekelenburg.
4.       Dammis van ‘tZelfde, melkboer te Heer Oudelandsambacht, als toeziend voogd over de voornoemde kinderen van Cornelia Streefkekrk, weduwe van Simon ‘tZelfde.
De notaris bevindt zich in de herberg van Cornelis Stooff teneinde over te gaan tot de openbare verkoop van een huis en erf en 2 percelen land. Koper van het huis en erf gelegen aan de Rijsoordsestraat getekend 327 is geworden Leendert Nugteren, die de koop heeft gedaan voor Willem Leendertsz. Nugteren, broodbakker. Jan Kleinjan , bouwman te Rhoon is koper geworden van een perceel weiland gelegen onder Zandelingen Ambacht. Ook is laatstgenoemde eigenaar geworden van een perceel wei-en bouwland gelegen onder West-Barendrecht in de polder het Binnenland.

----------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
Dan wordt je toch wel nieuwsgierig wat het allemaal heeft opgebracht voor de familie. Dus met de medewerking van de archivaris vonden we een aanvullende akte die licht laat schijnen over de opbrengsten en dat willen jullie natuurlijk ook weten;
Attestatie of verklaring, datum 24-03-1831, ONR Ridderkerk, inv.nr 67, aktenr: 895 blz. 73 notaris Jacobus Johannes Reus.
De personen zoals genoemd in akte 877 verklaren te hebben ontvangen:
-uit handen van Willem Leendertszoon Nugteren, broodbakker, een bedrag van 1020 gulden inzake de kooppenningen van een huis en erf staande en gelegen onder Ridderkerk in de Rijsoordsestraat getekend 327.
-uit handen van Jan Kleinjan, bouwman te Rhoon een bedrag van 2190 gulden inzake de kooppenningen van een perceel weiland gelegen onder ZandelingAmbacht.
*een bedrag van 2188 gulden 33 1/3 cent de kooppenningen van een perceel wei-en bouwland gelegen onder West-Barendrecht in de polder Binnenland.
*een bedrag van 20 gulden inzake bedongen betaling voor zes opgaande bomen op het weiland van het laatstgenoemde perceel.

dinsdag 14 augustus 2012

Groot gezin

Nog niet zo heel erg lang geleden was een groot gezin heel gewoon. Maar vooral goed Katholieke gezinnen hadden meestal veel kinderen. Ook in onze genealogie kom ik ze regelmatig tegen, maar deze spant de kroon , met wel 17 kinderen. Mijn hemel, en ik vond dat ik het druk had met 2 kinderen!!!!

Adrianus Johannes van der Valk, hij is tuinier en akkerbouwer, en geboren in Naaldwijk op 24 juni 1802, hij woont en  werkt in Naaldwijk en heeft 3 inwonende knnechten, te weten: Bartholomeus Pelemeijer, geboren te Maassluis in 1829, Pieter Greve, geboren in Monster in 1827 en Arie Nederpelt, geboren in Loosduinen in 1837, Hij trouwt in Poeldijk op 22 mei 1831 met Cornelia de Winter, akkerbouwster, geboren in Loosduinen op 24 november 1808, dochter van Adrianus de Winter en Cornelia Schravenmade ( s'Gravenmade), Adrianus overlijd in Naaldwijk op 20 maart 1862, 60 jaar oud, waarna we Cornelia terug vinden met 8 van haar kinderen op het adres Mariëendijk 72 met 2 dienstbode's; Catharina van der Hout, geboren Hof van Deft in 1856, en Theodora Zijgermaat, geboren Monster in 1847, beide vertrokken in 1875. Cornelia is toen in 1875 met haar zoon Johannes ingetrokken bij haar jongste zoon Adrianus en zijn vrouw Cornelia Meurs, op Mariéendijk 83/88. Johannes woonde later op zichzelf op Mariëendijk 79.Cornelia overlijd Zoeterwoude op 28 maart 1881, 72 jaar oud.

De kinderen: Hillegonda Johanna Clara 1831, Cornelia Maria 1832, Adrianus en zijn tweelingbroer Wilhelmus in 1833, Cornelis 1835, Maria Catharina 1836, Adriana Maria 1837, Franciscus Anthonius 1838, Johannes 1840, Gerarda 1841, Dorethea 1842, Cataharina 1843, Cornelis 1844, Simon 1845, Johannes 1847, Cornelia 1849, Adrianaus 1850.

Mariëendijk is een buurtschap in de gemeente Westland (de glazen stad) en is een langerekte straat, waar nu tegenwoordig veel grote huizen met kassen staan.

zondag 12 augustus 2012

speld in de hooiberg

Zoekende naar Maria Adriana Hofstede ben ik. Genlias geeft geen uitsluiting, en Archief Kennermerland niet, archief Haarlem niet, een aantal genealogieën  Hofstede heb ik in bezit maar ook daar is zij niet te vinden. Het internet heb ik afgeschuimd en toch blijft zij onzichtbaar.

Wat ik wel van haar weet: Maria Adrina Hofstede, geboren 24 oktober 1863, komende uit de Haarlemmermeer, zij ging op 23 mei 1865 inwonen bij Simon van der Valk en Cornelia van der Knaap, waar zij vermeld wordt als dienstbode. (beetje raar is dat wel, maar ze heeft 18 jaar bij dit echtpaar gewoond), Op 15 maart 1883 vertrok Maria naar de Haarlemmermeer. Daarna is zij gewoon spoorloos.

Was zij een nichtje? Hofstede komt voor in de genealogie vam Simon van der Valk. Waarom kwam zij als 2 jarige in dit gezin?  Wie waren haar ouders? Vragen, vragen....vragen.

Dus als iemand dit leest en haar misschien wel gevonden heeft, of weet waar ik eventueel verder kan zoeken naar Maria, laat het me dan weten.

donderdag 9 augustus 2012

Stamreeks IV van der Valk


                      familie Hendrikus Holierhoek-Apolonia van der Valk dr. van Simon van der Valk en Cornelia van der Knaap.

 
Deze familie van der Valk begint in het plaatsje Monster. Monster ligt in het Westland. En hoort nu bij de gemeente Westland.
De eerste bewijsbare voorvader is:
Willem Claesz. van der Valk, van beroep Schipper/bouwman en getrouwd met Grietje Adriaensdr van der Salm, geboren in Monster ca. 1609 als dochter van Adriaen Willemsz. Van der Salm (de oude) en Lijsbeth Cornelisdr. Van dit gezin heb ik 1 kind , een zoon gevonden.
Claes Willem van der Valk ,geboren Kwintsheul ca. 1645, van beroep Schipper/Bouwman, overleden in Poeldijk op 20 maart 1716, begraven te Kwintsheul op 20 maart 1716, In monster ging hij in ondertrouw op 15 januari 1687 en trouwt met Grietje Dirkx Brouwer, geboren in Monster als dochter van Dirk Cornelisz Brouwer (bouwman en bijman (bijenhouder) en Maertge Fransdr. Van der Meer.  Samen hadden zij 3 kinderen.
Willem Claes van der Valk werd gedoopt in Wateringen op 29 april 1694, hij overlijd in Naaldwijk op 27 februari 1751 en begraven in Poeldijk op 6 maart 1751, trouwen doet hij in Poeldijk op 14 januari 1725 met Trijntje Jans van de Drift, die geboren werd Eikenduinen (den Haag) op 23 november 1698, als dochter van Jan Arisse van de Drift en Neeltje Ariens van der Droogh., Trijntje  werd gedoopt in Eikenduinen op 6 maart 1700, zij overlijd  in Naaldwijk op 10 juli 1770. Samen kregen zij 12 kinderen.
Hun zoon Arij van der Valk, werd geboren in Wateringen en gedoopt in Monster op 16 maart 1731, Hij overlijd in Monster op 23 december 1797 en wordt op 29 december begraven in Delft. Hij trouwt in Monster, toestemming voor dit huwelijk is 14 april 1759 verkregen te Naaldwijk, met Catharina (Trijntje) van der Leede, die geboren werd te Pijnacker rond 1730, als dochter van Cornelis de Leede en Matje Korse Oosterveen, zij overlijd Loosduinen (Kwintsheul) op 28 februari 1814 samen krijgen zij 6 kinderen.
 Zoon Willem Arisse van der Valk, van hem heb ik al helemaal niet zoveel kunnen vinden, dan alleen het volgende,  geboren in de Broek, gedoopt in Monster op 3 april 1768, overleden in Naaldwijk  18 september 1852, hij trouwt met Hilegonda Hofstede (Hilletje Cornelisse) , geboren Rijswijk 7 februari 1768, als dochter van Cornelis Pieter Hofstede en Adriana Suiker, Hilletje overlijd in Naaldwijk op 7 maart 1824. Van hen heb ik 3 kinderen gevonden.
Adrianus Johannes (Arie) van der Valk, geboren Naaldwijk op 24 juni 1802, van beroep Tuinier/Akkerbouwer, oveerleden Naaldwijk 20 maart 1862, trouwen doet hij in Loosduinen op 22 mei 1831 met Cornelia de Winter, geboren  Loosduinen 24 november 1808, als dochter van Adrianus de Winter en Cornelis van Schravenmade, Cornelia overlijd in Zoeterwoude op 28 maart 1881. Samen kregen zij een groot gezin met wel 17 kinderen.
Simon van der Valk en Cornelia Johanna van der Knaap volgen dan, van dit gezin  heb ik alles al eerder uitgebreid neergezet. Zie Simon van der Valk en Zouaven uit Poeldijk.

noot van Lenie:
Na een opmerking (zie hier onder) van Peter van der Valk, heb ik goed gespit in mijn gegevens en kwam tot de conclusie dat het bewijs van de hier eerder geplaatste voorvaderen, die ik voor Willem Claes van der Valk en Grietje van der Salm had neergeschreven wel heel erg dun was. Dus heb ik ze verwijderd. Mocht ik de bewijzen nog vinden dan vul ik het natuurlijk weer aan.

Ausweis oftewel persoonsbewijs.



De tweede wereldoorlog, buiten de grote dingen die er gebeurde hadden de gewone gezinnen hun eigen sores. Als schoolmeisje op de middelbare school moest ik een opdracht uitvoeren over de tweede wereldoorlog. Natuurlijk had ik wel verhalen gehoord van deze tijd. Niet zo verwonderlijk als je net na de oorlog geboren bent. Maar je er in verdiepen deed je niet. En nu moest ik wel. Dus eerst bij vader inlichtingen gehaald, die hij met grote moeite vertelde.Hij was te werk gesteld in Duitsland en vind dat nog steeds een vreselijke tijd.  Hij vertelde het verhaal  over zijn broer Anton (Toon) die in 1942 werd opgepakt bij een razzia in Rotterdam en nooit meer terug keerde. Een vrouw en kind achterlatend en na de oorlog als vermist werd geregistreerd. Bij opa Harte werd verteld over het werken in Duitsland, als kok had hij in een werkkamp gewerkt. Het verhaal van de broer die in een concentratiekamp is overleden. Van oma hoorde ik dat zij de grootste moeite had om al haar kinderen te eten te geven, Honger was dan ook heel gewoon. En zonder man was het dubbel zo erg. En over de pijn van het verlies van haar oudste zoon.  Bij mijn andere grootouders, hoorde ik ook de verhalen over honger, ook al hadden zij het als middenstanders en met familie die stukjes grond hadden waar men groente en aardappelen op teelde, minder te verduren dan mijn andere grootouders. Maar deze opa ging toch met een grote zaag de weg op om zoveel mogelijk hout te vergaren voor het kacheltje.
De tramrails en bomen waren daar de geschikste dingen voor. Maar je moest wel uit kijken voor de gendarmerie en de "moffen". Van opa Streefkerk kreeg ik toen zijn "auswijs"  die ik toen al heel goed hebt bewaard. Van oma Streefkerk hoorde ik hoe bang zij altijd was als er een bombardement was en hoe ze dan met haar kinderen een veilig plekje probeerde te vinden. Dat ze zo'n ontzettende hekel had aan al die bonnen die je moest uitknippen en plakken om aan eten te komen. Al dat werk voor een klein beetje eten.
Mijn moeder had haar eigen verhaal, zij had nl een zoontje gekregen van een Oostenrijker die in Vlaardingen gelegerd was. Wat foei, zij hield het met een man van de verkeerde kant. Al was hij dan geen duitser en geiínterneerd door de duitse werhmacht, het was eigenlijk "not done". Toen haar zoontje er was en zij niets meer van de vader hoorde, die later als vermist  werd geregistreerd tijdens het oostfront offensief is zij met die baby met de trein naar Oostenrijk vertrokken, waar zij een paar maanden bij de familie van Joep zoals de man heette heeft gelogeerd. Op de terug reis was zij wel heel erg bang geweest, omdat de trein gebombardeerd werd waar zij in zat. En zij met de baby een veilig heenkomen moest zoeken in de greppels langs de kant. Het rare is, dat mijn moeder het altijd over Oostenrijk heeft gehad, terwijl op haar persoonsbewijs een adres in Zwitserland staat. ?????

Zomaar wat losse dingetjes die ik te horen kreeg en waar ik dus een werkstukje van gemaakt hebt. Dat werkstukje zal misschien nog wel ergens in de schoolmappen van de school liggen. Ik heb het in ieder geval niet meer. Ook was ik best wel onder de indruk van deze verhalen. Want al deze losse aantekeningen zitten nu nog steeds in een mapje, die ik dus heel goed bewaard hebt.

persoonsbewijs van mijn moeder Lena Streefkerk.
het persoonsbewijs van opa Streefkerk.

Een Ausweis is vaak verward met het Nederlandse Persoonsbewijs in de Tweede Wereldoorlog dat overigens door een Nederlandse ambtenaar al voor de oorlog werd uitgevonden. Wie dus moest werken gedurende de spertijd moest dus twee bewijzen op zak hebben: een Persoonsbewijs en een Ausweis.
Een Ausweis is dus niet hetzelfde als een Persoonsbewijs, hoewel beide documenten vaak met hetzelfde woord worden aangeduid.

woensdag 8 augustus 2012

Een niet-Jood verklaring.



De oorlog 1940/45 ging ook in onze familie niet zomaar voorbij. Er zijn twee mannen overleden in een concentratiekamp er is een man vermist, familieleden hebben moeten werken in Duitsland.
Ik vond in het archief een paar formulieren die ik in eerste instantie niet herkende. Wat waren dit voor papieren?  Ze waren van Marius Sara Harte, zoon van Cornelis en Catharina Kilsdonk. Hij was toenmaals politieagent . Het was een vragenlijst, met één opvallende vraag erin, nl. deze: Stamt gij van Joodsche ouders of grootouders af? Navraag bij het cbg gaf duidelijkheid. Deze vragenlijst behoorde bij een niet-Jood verklaring.  Het eerste blad,  de verklaring zat er niet bij, maar het CBG had voor mij wel een scan van zo'n verklaring.
 


Deze niet joodverklaring werd door de Duitse bezetter  ingesteld. Vóór 26 oktober 1940 moesten alle ambtenaren zo’n verklaring tekenen. Wie één of meer Joodse grootouders had – dat wil zeggen een grootouder die tot de Joodse gemeente had behoord – werd als Jood beschouwd en moest formulier B (niet-  arisch) insturen. Niet-Joden  moesten formulier A (arisch) insturen. Met deze verklaring wilden de Duitse autoriteiten een inventarisatie maken van wie wel en niet-Joods was.Mensen met Joodse voorouders weden kort na het invullen van de formulieren ontslagen.
Wie in de ogen van de bezetter Jood was, werd bepaald in Verordening 189/1940. Er werd in ons land wel geprotesteerd tegen deze verklaring. Maar blijkbaar hebben veel mensen deze toch ingevuld. Waaronder dus ook één familielid.

maandag 6 augustus 2012

Een tweede stamreeks Harte nr III, waaruit een minister voortkwam.

Wie had kunnen denken dat in de speurtocht naar familie, ik een minister zou tegen komen.
Weliswaar moeten we dan wel een klein zigzag wegje gaan, want deze man hoort dan wel in onze genealogie thuis,  alleen niet in onze tak.  Hij komt nl. van de Katholieke kant van onze familie.
We gaan gewoon weer even terug naar Cralingen , naar
Johannes Herman Harte, die in Cralingen een timmermans werkplaats had. Hij trouwde twee    keer,de eerste keer in 1718 met Cornelia Vermeer , en nadat Cornelia al jong overlijdt, haalt hij in zijn thuisland (Duitsland) zijn tweede vrouw en zij was geen gereformeerd meisje , maar een meisje van Katholieke huize, Christina Boonhout, uit Freckenhorst  Westphalen, met wie hij op 8  februari  1728 in Cralingen in het huwelijk  trad.
Samen kregen Jan en Christina nog 5 kinderen,  samen met de 5 nog levende kinderen van Jan en Cornelia een best groot gezin. 

Een van de zonen van Janen Christina was:


J     Johannes   Harte, geboren  op 11-09-1735 in Cralingen, overleden 17-09-1806 in Cralingen, hij is van beroep mr. timmerman. Na geloofsovergang werd Johannes, kerk en armmeester der RK gemeente van Kralingen.  Hij trouwde met (1) Joanna Maria Nelemans, 19-10-1761 in Rotterdam overleden 14-12-1768 in Cralingen. Joanna was een dochter van Adrianus Nelemans en Maria Tiers      

       Hij trouwde met (2) Clementia (Meijnsje, Mensje)Hensbroeck (Heijnsbroek), 11-10-1769 in Cralingen, geboren in Overschie, overleden 27-08-1798 in Cralingen. Clementia was een dochter van Theodorus Hensbroeck en Adriana van Leeuwen.

       Samen kregen Jan en Meijnsje 6 kinderen, 2 meisjes en 4 jongens , Theodorus, Adriana,Johannes,Jacob, Maria Christina en Albertus Johannes die maar 16 jaar mocht worden.


       Met hun tweede zoon Johannes vervolgen we onze weg.


       Johannes Harte, geboren 20-05-1775 in Kralingen, overleden 08-11-1844 in Kralingen, en begraven in Kralingen. Hij trouwde met Maria Huijbers, 23-04-1809 in Cralingen, (dochter van Joannes Huijbers en Maria van Rekum),  zij is overleden 30-08-1849 in Utrecht.
J      
       Jan en Maria kregen samen 4 kinderen allemaal geboren en gedoopt in Cralingen.
      
        hun zoon Joannes Jacobus Harte, geboren 14-05-1823 in Kralingen, overleden 05-08-1869 in Utrecht, van beroep koopman. lid kamer van koophandel en fabrieken te Utrecht. Hij trouwde met Anna Maria Theresia Mitschke, 21-05-1851 in Rotterdam, geboren 01-04-1826 in Rotterdam zij is overleden 15-09-1890 in Hilversum (huize Havelte). Anna is een dochter van Joseph, vrijheer van Freudenau  en Jotna (bij Laibach Krain) en Catharina Elisabeth Duffhues.

       De dopen van hun 12 kinderen vinden we terug in Utrecht.

       En hun oudste zoon is:


        Joannes Josephus Ignatius Harte, geboren op 15-10-1853 in Utrecht, overleden 04-07-1937 in s'- Gravenhage, begraven in s'-Gravenhage, van beroep advocaat, lid 2e kamer. oud minister van financien 1901-1905, lid raad van state, oud lid 2e kamer 1901-1905 , advocaat te Amsterdam, oud minister van Financien. Hij trouwde met Petronella Francisca Jurgens, 07-01-1889 in Oss, geboren 06-03-1868 in Oss, overleden 23-12-1927 in s'-Gravenhage.

Verkreeg bij K.B. d.d. 28 Dec. 1894 no 38, voor zich en zijne wettige nakomelingen het recht tot de naamstoevoeging, van Tecklenburg.


Zij kregen een zoon en een dochter allebei geboren in s’Gravenhage.


Hun zoon Jan Joseph Henri Harte van Tecklenburg, geboren 11-12-1893 in s'-Gravenhage, overleden 06-07-1965 in Emst (Gld) "de Westerkim", van beroep advocaat.

Bij K.B. 11 januari 1933 werd Jan Joseph Henri Harte van Tecklenburg tot Consul van Frankfurt aan Main benoemd. Hij trouwde met (1) Theresia Helena Maria Holt, 16-01-1923 in Bazel, geboren 30-04-1897 in s'Gravenhage (dochter van Theodorus Adrianus Holt en Antoinette Tombrock),  overleden 25-12-1982 in Atherton, California, VS.  Ze zijn gescheiden voor 1943.  Hij trouwde met (2) M. J. Hack.

Tot zover deze tak van de familie. Of Jan Joseph kinderen heeft gekregen is mij niet bekend.


zondag 5 augustus 2012

Knecht op de boerderij






Vanaf twaalf jaar kon een jongen als knecht op een boerderij in dienst komen.
De werktijd begon om half vier in de vroege ochtend en eindigde om negen uur 's avonds.


In zijn levensverhaal vertelde mijn schoonvader Simon Holierhoek:              

"Dat hij met 12 jaar zeven klassen had doorlopen en daarna ging  werken bij  de boer. Als knechtje voor dag en nacht. Het was een Protestantse boer (boer van der Vaart) in Delft. Elke avond las de boer uit de bijbel en vroeg dan soms aan zijn kinderen: “Wat was het laatste woord?” Zo kon hij controleren of ze wel goed luisterden. Siem moest elke avond zijn eigen Katholieke gebedje opzeggen. Dat was zo afgesproken met zijn ouders en de boer. En de boer hield daar strikt  hand aan.

Na een jaar kwam hij bij een boer/koopman. De ene dag zorgde hij voor 10 koeien en de andere dag voor 4.
Piet van Beurden was een neefje van de boer en Siem weet nog dat zij samen in een bed sliepen.

Elke maandag bracht je, je kapotte en vuile goed naar je moeder en s’zaterdags haalde je het weer op.

Later werd hij boerenarbeider en werkte alleen overdag nog bij de boer. Dan moest hij s’morgens lopend om 4 uur Kethel uit en  bij Delft met een bootje overvaren naar de boer".




Zijn verhaal wordt bevestigd door meerdere verhalen die ik las in Middendelftland is Mensenwerk.

Tot omstreeks 1950 was het een normaal verschijnsel om een knechtje van twaalf jaar op de boerderij te zien werken. Je kreeg op 1 mei een een contract van de boer en er werd dan verwacht dat je dat jaar dan bij deze boer bleef werken. De lonen waren laag voor de knechtjes en het geld ging ook meesstal naar de ouders. Veel knechten werden aangenomen voor dag en nacht, en ze verdienden dan ook loon in natura, voor kost en inwoning. Dat was voor veel grote gezinnen een uitkomst, een mond minder te voeden en nog geld toe.


Wat hield het werk van een knecht in? Zo ongeveer heb ik dat uit de verhalen kunnen natrekken. Zijn werk was ongeveer zoals hierna beschreven:

De knecht moest iedere ochtend, ook op  zondag ,

vroeg uit bed om de koeien te melken. In de zomer was dit om kwart over drie,
vier en in de winter, als de koeien in de stal stonden, een half uurtje later.
Om zes uur was het melken klaar en ging men ontbijten op de boenhoek,
waar de boerin en de dienstbode inmiddels de tafel gedekt hadden.
Er was altijd goed en voldoende te eten'.
Na het ontbijt, om half acht, moest de knecht de varkensstal uitmesten en de

mest in een put scheppen. Daarna moest hij de andere beesten, zoals de kalveren
en de schapen, verzorgen. In de winter werden de koeien, die op stal stonden,
gerost en geborsteld en de mest werd uit de grup achter de koeien vandaan geveegd.
De mest werd met een houten blok aan een steel naar een luik geschoven,
waarachter het in de mestput viel. Zo'n put kon wel twintig ton mest bevatten.
Om twaalf uur werd er warm gegeten. Soep, aardappelen, groenten en spek.
Als dessert was er meestal fruit uit de boomgaard. Na het eten werd er een uur gerust.
's Middags ging de knecht het land op om stekels te trekken, kanten te maaien, 
sloten uit te baggeren met de baggerbeugel of fruit uit de boomgaard te plukken,
al naar gelang het seizoen. De hooitijd was natuurlijk een erg drukke tijd,
dan was iedereen de hele dag op het land te vinden. Als de koeien op stal stonden,
moesten deze gevoerd en verzorgd worden. En om vier uur was het weer tijd om ze te melken.
Om zes uur was het avondeten, een broodmaaltijd. Daarna was iedereen vrij.

Uit de verhalen  komt telkens dezelfde gang van zaken naar voren.
De knechten woonden in huis bij de boer en de boerin.
Ze sliepen op de zolder boven het boenhoek.
In de vrije tijd zochten knechten elkaar op, men ging naar de catechesatie, 

de jongelingsvereniging of een landbouwcursus.
Op zondag konden ze  naar de kerk en op familiebezoek tot melktijd.
Het werk nam veel tijd in beslag, maar de indruk wordt gewekt dat het rustig kon worden uitgevoerd.

De meeste arbeid werd gedurende de hele periode van 1920-1940 met de hand gedaan.
Alleen in de drukke periode van de hooibouw werd er overgewerkt, 

want het hooi moest op tijd droog in de hooiberg liggen.

Wat een lange werkdagen maakte men toen zeg. Al zullen de boeren met hun knechten heden ten dage ook wel zo lang werken. Het werk moet toch
gedaan worden. Er zijn nu alleen heel wat machines die het zware werk doen, dus is het toch anders
dan vroeger.