In september kwam de
kolenboer
met tien mud kolen in
een zak
hij kiepte dan heel
stoer
die kolen in een bak.
`s Morgens kwam de
melkboer klessen
met de vrouwen in de
straat
er waren toen nog geen
flessen
hij schepte het in een emmer
met zijn litermaat.
Des ochtends moest je
met verkleumde handen
houtjes hakken in de
schuur
daar de kachel wel
moest branden
want de winters waren
guur.
Met `t Sinterklaasfeest
kreeg je een letter en
een suikerbeest
op school kwam dan
Sinterklaas
je te vertellen
hoe stout je was geweest.
Met Kerst dan werd de
boom versiert
met Kerstkransjes en een
enkele sliert
echte kaarsjes werden er
in gedaan
die deed men dan `s
avonds aan.
Men moest dan wel steeds
opletten
dat die kaarsjes de boom
niet in de fik zouden
zetten
dat alles was toen heel
gewoon.
Achter in de tuin daar
stond een houten kot
met een hartje in de
deur
met op de plee een
houten deksel
en buiten rook je het
gemeur.
Zat je op die plank
met in `t midden dat gat
dan was het niet te
harden van stank
vooral als je geen
papiertje had.
Je moest dan heel hard
roepen
om een stuk oude krant
zodat een ieder in het
land
wist dat jij daar zat te
poepen.
Na school hadden
wij een leuke bezigheid
van de auto`s
de nummers noteren
en de merken uit het
hoofdje leren
van elke auto die daar
rijd.
In bus of tram durfde je
niet te gaan zitten
bang om niet te merken
dat een vrouw
op je plaatsje zitten
wou
die vroeg dan of je zat
te pitten.
Voor de boodschappen was
er een boekje
daar mee ging je naar de
kruidenier
voor het zondagse koekje
en voor pa één flesje
bier.
Honderd gram
heette toen gewoon een
ons
en als men de maten nam
berekende men de ellen
met een frons.
Knippen kon alleen
op de Woensdagmiddagen
alleen dan knipte hij
ons blagen
en de andere dagen geen.
Dit was die goede oude
tijd
waar van wij
onze kinderen wel eens vertellen
als zij eens niet geheid
zitten te shatten of te
bellen.
Geen idee waar ik dit gedichtje vandaan hebt, maar het geeft wel een stukje van mijn jeugd te horen!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten