Gedenk des weegs, of Gods wonderlijke leidingen met Johannes Noorlander, (1758-1833), die gewoond heeft te Voorburg, Rotterdam, Warmond, Strijen en 's-Gravendeel
J.J. Groen & zoon, 1900 - 112 pagina's
Van Johannes Noorlander had ik al een tijdje terug dit bovenstaande gevonden op het net. Heb ik tot mijn ergernis vergeten de bron te vermelden, dus kan het ook met geen mogelijk meer terug vinden. Waarom ik dan toch dit plaatje bewaard hebt, is omdat ik ook ergens had gelezen dat Johannes zijn biografie had geschreven. Nu had ik aan dat plaatje niet zoveel , er was geen recensie bij geschreven en ook geen korte inhoud, maar ja mijn mapjes op de PC zijn geduldige veelvraten. Bewaren dus. Nu ben ik voor dit blog bezig om van de familie Noorlander die ook alweer een stukje familie zijn een Stamreeks te maken. En dan ga je op zoek naar eventuele aanvullende informatie omdat je toch een zo volledig beeld wilt geven. En zo kwam deze illustratie weer uit de mapjes tevoorschijn en ja daar wilde ik toch echt meer weten. Nu staat zoeken naar iets op het internet door toevalligheden aan elkaar en soms vind je gewoon niets. Maar deze keer belandde ik op deze site:
www.ssnr.nl/site/levensvanvromen.phpwww.ssnr.nl/site/geef-voltekst.php?voltekst_id=B97005981
Ik geef toe het was een flinke kost om het door te lezen, maar ik kwam al snel tot de conclusie dat het hele verhaal een onderzoek was naar biografieën en of gedrukte ego documenten van zoals we dat vroeger thuis ook al zeiden “Fijn Gereformeerden”. De onderzoeker de heer A.F. Lieburg heeft het over Gereformeerde Piëtisme in de achttiende eeuw. (Piëtisme in algemene zin is een synoniem van vroomheid). Al lezende kwam ik de naam van Johannes Noorlander regelmatig tegen met stukjes uit zijn geschrift.
De stukjes heb ik zoals ik dacht dat het klopte samengevoegd en ik ga U een beetje kennis laten maken met Johannes (Jan) Claesz. Noorlander 1757-1833.
Het is 1773 en Johannes is 16 jaar en is een serieuze timmermansknecht, en woont in Voorburg, hij kerkte op aanraden van zijn nicht (niet bekend welke naam hieraan te verbinden is) vanaf dat jaar bij Dominee Frieswijk in s-Gravenhage, omdat de prediking van dominee Kleman in Voorburg hem niet beviel. Via een oude man kreeg hij werk in Den Haag bij een vrome baas, nam les bij een catechiseermeester en werd in de herfst van 1776, -hij was nog maar achttien jaar oud- als lidmaat aangenomen.
Nota bene nadat hij belijdenis had gedaan werd hij verliefd en kreeg iets met een minder ernstig meisje en kwam er al spoedig een verflauwing van zijn godsdienstige interesse -twee zondige jaren- bracht hij met dit meisje door, een meisje waar al zijn genegenheid naar uitging. Echte liefde dus.
Maar op 4 mei 1781 trouwde hij in Rotterdam met een ander meisje, Lijntje Oomen en startte een gezin. In september 1789 werd Johannes weer gegrepen door een preektekst van Dominee 't Hooft in Strijen en bekeerde weer tot zijn geloof. Voordat Johannes door deze tekst op de weg van het geloof wederkeerde, had hij, volgens zijn geschrift -hoewel maar 7 jaar lang- openlijk in zonde geleefd.
Want de vrome ijver was een beetje verdwenen, Johannes was al blij als het "amen" klonk, terwijl de lectuur van de bijbel moest wijken voor verpozing met de krant of tijdschriften. Hij liet het dan ook eerst niet weten aan zijn vrouw en vrienden dat hij weer zo getroffen was door het woord Gods.
Zijn vrienden snapte deze ommekeer niet helemaal, want zelfs een vis tochtje was uit den boze, de een spotte ermee, en een ander had de opmerking dat hij bang was hem voortaan als "een voorganger in goddeloosheid"te moeten missen, terwijl de rest vond dat hij zich niet zo moest aanstellen.
Na de dood van zijn vrouw in en na 1786 reisde Johannes eens in 't jaar van Strijen naar Den Haag om Dominee Frieswijk te horen. En hij zocht vaak 's avonds een afgelegen weg om te bidden.
In 1803 werd te Strijen een jonge ongehuwde moeder, Dirkje van V., ter dood veroordeeld wegens het vermoorden van haar kind. Johannes toog 's zondags met een ouderling -dominee 't Hooft was in Cillarshoek- naar het dorpshuis om met het wanhopige meisje te praten. Voor een toegestroomde menigte hield Johannes toen een halve preek. Hij sprak over de afval van God, waardoor alle mensen even boos geworden zijn, maar ook over de mogelijkheid dat zij ondanks haar wandaad nog genade in Christus ontvangen kon. De Dominee was woedend toen hij van dit gebeurde hoorde en liet Johannes via de baljuw verbieden om nog bij Dirkje te komen. Het doodvonnis werd overigens veranderd in enkele jaren Tuchthuisstraf. De Dominee bemoeide zich alleen nog met het meisje om haar lezen te leren.
Dat ook bij de beste piëtist aardse motieven konden spelen, daarvan geeft Johannes ook een duidelijk voorbeeld door als 50 jarige weduwnaar een tweede huwelijk aanging, mede om een einde te maken aan de onmogelijke positie waarin hij, -door kerkelijke ervaringen- in zijn woonplaats Strijen- was geraakt. Begin 1807 liet hij het oog vallen op de 39 jarige stiefdochter van zijn zus, dochter van een chirurgijn uit s'Gravendeel "en tevens zeer bemiddeld". Toen hij haar vroeg, was zij zo ziek dat men eerder haar begrafenis dan haar huwelijk verwachtte, maar Johannes wist zich door God geleid. Zijn geliefde Anna Johannesdr. Geervliet, herstelde en zij trouwden in Strijen op 15 februari 1808. Als een "welgezeten burger"heeft hij met haar zijn verdere leven mogen slijten. Wel moest hij erkennen, dat zijn vroomheid in deze periode verwaterde tot een "sleur-en gewoontedienst"
Mijn conclusie: dat Johannes na wat jeugdzonde's, een brave en overijverige, gelovige,maar belerende man is geworden. Wat mij opvalt in het hele gebeuren is dat Johannes wel de man was die niet bang was om andere mensen op hun vingers te tikken , als die wat hem betrof zich niet 100 % aan de leer hielden. Zelfs met Dominee 't Hooft lag hij op een gegeven moment in de clinch, doordat Johannes vond dat Dominee er niet zoveel van bakte, maar zelf was hij ook niet erg standvastig in zijn geloofsbeleving. Het schommelde nogal. Ik weet niet of ik deze man echt had gemogen, maar dat terzijde, hoor. We hebben door deze stukjes wel een beeld gekregen van Johannes.
De stukjes heb ik zoals ik dacht dat het klopte samengevoegd en ik ga U een beetje kennis laten maken met Johannes (Jan) Claesz. Noorlander 1757-1833.
Het is 1773 en Johannes is 16 jaar en is een serieuze timmermansknecht, en woont in Voorburg, hij kerkte op aanraden van zijn nicht (niet bekend welke naam hieraan te verbinden is) vanaf dat jaar bij Dominee Frieswijk in s-Gravenhage, omdat de prediking van dominee Kleman in Voorburg hem niet beviel. Via een oude man kreeg hij werk in Den Haag bij een vrome baas, nam les bij een catechiseermeester en werd in de herfst van 1776, -hij was nog maar achttien jaar oud- als lidmaat aangenomen.
Nota bene nadat hij belijdenis had gedaan werd hij verliefd en kreeg iets met een minder ernstig meisje en kwam er al spoedig een verflauwing van zijn godsdienstige interesse -twee zondige jaren- bracht hij met dit meisje door, een meisje waar al zijn genegenheid naar uitging. Echte liefde dus.
Maar op 4 mei 1781 trouwde hij in Rotterdam met een ander meisje, Lijntje Oomen en startte een gezin. In september 1789 werd Johannes weer gegrepen door een preektekst van Dominee 't Hooft in Strijen en bekeerde weer tot zijn geloof. Voordat Johannes door deze tekst op de weg van het geloof wederkeerde, had hij, volgens zijn geschrift -hoewel maar 7 jaar lang- openlijk in zonde geleefd.
Want de vrome ijver was een beetje verdwenen, Johannes was al blij als het "amen" klonk, terwijl de lectuur van de bijbel moest wijken voor verpozing met de krant of tijdschriften. Hij liet het dan ook eerst niet weten aan zijn vrouw en vrienden dat hij weer zo getroffen was door het woord Gods.
Zijn vrienden snapte deze ommekeer niet helemaal, want zelfs een vis tochtje was uit den boze, de een spotte ermee, en een ander had de opmerking dat hij bang was hem voortaan als "een voorganger in goddeloosheid"te moeten missen, terwijl de rest vond dat hij zich niet zo moest aanstellen.
Na de dood van zijn vrouw in en na 1786 reisde Johannes eens in 't jaar van Strijen naar Den Haag om Dominee Frieswijk te horen. En hij zocht vaak 's avonds een afgelegen weg om te bidden.
In 1803 werd te Strijen een jonge ongehuwde moeder, Dirkje van V., ter dood veroordeeld wegens het vermoorden van haar kind. Johannes toog 's zondags met een ouderling -dominee 't Hooft was in Cillarshoek- naar het dorpshuis om met het wanhopige meisje te praten. Voor een toegestroomde menigte hield Johannes toen een halve preek. Hij sprak over de afval van God, waardoor alle mensen even boos geworden zijn, maar ook over de mogelijkheid dat zij ondanks haar wandaad nog genade in Christus ontvangen kon. De Dominee was woedend toen hij van dit gebeurde hoorde en liet Johannes via de baljuw verbieden om nog bij Dirkje te komen. Het doodvonnis werd overigens veranderd in enkele jaren Tuchthuisstraf. De Dominee bemoeide zich alleen nog met het meisje om haar lezen te leren.
Dat ook bij de beste piëtist aardse motieven konden spelen, daarvan geeft Johannes ook een duidelijk voorbeeld door als 50 jarige weduwnaar een tweede huwelijk aanging, mede om een einde te maken aan de onmogelijke positie waarin hij, -door kerkelijke ervaringen- in zijn woonplaats Strijen- was geraakt. Begin 1807 liet hij het oog vallen op de 39 jarige stiefdochter van zijn zus, dochter van een chirurgijn uit s'Gravendeel "en tevens zeer bemiddeld". Toen hij haar vroeg, was zij zo ziek dat men eerder haar begrafenis dan haar huwelijk verwachtte, maar Johannes wist zich door God geleid. Zijn geliefde Anna Johannesdr. Geervliet, herstelde en zij trouwden in Strijen op 15 februari 1808. Als een "welgezeten burger"heeft hij met haar zijn verdere leven mogen slijten. Wel moest hij erkennen, dat zijn vroomheid in deze periode verwaterde tot een "sleur-en gewoontedienst"
Mijn conclusie: dat Johannes na wat jeugdzonde's, een brave en overijverige, gelovige,maar belerende man is geworden. Wat mij opvalt in het hele gebeuren is dat Johannes wel de man was die niet bang was om andere mensen op hun vingers te tikken , als die wat hem betrof zich niet 100 % aan de leer hielden. Zelfs met Dominee 't Hooft lag hij op een gegeven moment in de clinch, doordat Johannes vond dat Dominee er niet zoveel van bakte, maar zelf was hij ook niet erg standvastig in zijn geloofsbeleving. Het schommelde nogal. Ik weet niet of ik deze man echt had gemogen, maar dat terzijde, hoor. We hebben door deze stukjes wel een beeld gekregen van Johannes.
1 opmerking:
Deze post en een andere over de familie Noorlander heb ik toegevoegd aan mijn lijstje favorieten van 2013: http://genealogiebos.blogspot.nl/2013/12/mijn-favoriete-blog-posts-van-2013.html
Groeten van Joan Bos
Een reactie posten